vrijdag 2 november 2012

Inzepen en wegwezen


 
We hadden weer iets bedacht maar het was mijn collega zijn idee. Een zomermailing naar onze klanten. Het zou een plastic verpakkinkje worden, iets kleiner dan een bankpasje. Daarin dunne velletjes met zeep. Een schone zaak.

En met die slogan van de copywriter: 'Inzepen en wegwezen' kon er niets meer misgaan. Hoe verpak je nou zulks? Het zou een selfmailer worden, een soort verpakking en tegerlijkertijd een enveloppe. Kan zo op de post. No problem.

Sunlight riep ik. Die uitstraling moest het hebben en in gedachte zag ik mijn oma een stuk sunlightzeep uitpakken. Ze brak het in twee stukken en stopte er één in een zeepklopper. Daar kan geen Dreft tegenop. Alleen nog even een Sunlightzeep verpakking vinden en klaar is kees! Dus niet. Internet gaf veel plaatjes maar dat was niet voldoende. Dit bureau had behoefte aan een echt stuk zeep, Sunlight zeep.

Twee dagen later kwam ik op kantoor. "Niet eens in de buurt komen" was het devies. Ik begreep al snel waarom. Op de studiotafel lag een stuk onvervalste Sunlightzeep in originele verpakking. En omdat ik nogal handig ben vond het gehele team dat ik beter uit de buurt kon blijven. Immers het museumstuk was met grootste uitzondering aan ons toevertrouwd in de verwachting dat we het geheel in de verpakking lieten en zonder schade weer terug zouden brengen. Met een listig gemaakt uitvouwschema van de verpakking fotografeerde we het naakte stuk zeep en scanden we de verpakking. Ons plan ging werken.

Voorzichtig en heel nauwgezet werd het stuk waardevolle schoonmaakmiddel weer met behulp van het schema verpakt. Niemand zou het merken, met name de directie van het museum niet.
Twee collega's vervoerden het museumstuk met gevaar voor eigen leven naar de rechtmatige eigenaar. Eenmaal daar aangekomen troffen ze een medewerker aan die het kostbare kleinnood aannam. Missie geslaagd. Bijna bevrijd van die last zei de man "Hou het maar want ik heb er in de kelder nog zo'n tweehonderd liggen'.